Bokje (Lymnocryptes minimus)

Engelse naam: Jack Snipe
 
Duitse naam:Enkeltbekkasin
 
Franse naam: becassine sourde
 

Grootte: 17-19cm kleiner dan watersnip

Spanwijdte: 30-36 cm 

Biotoop:niet te dichte begroeiing, verspreid riet en pijpestro. De optimale omgeving lijkt een slecht ontwikkelde vegetatie zoals bij vennen, en open wilge- en berkebosjes met een vochtige of natte bodem. in of bij vegetatie, drogere habitat dan watersnip
 
Voorkomen: eind augustus - begin mei, kleine aantallen op doortrek en overwinterend
Voedsel: vooral insecten en -larven, wormen en plantenzaden
 
 
Broedduur: niet exact bekend, tenminste 24 dagen  1)
Broedperiode: eind april 
 
Nest: op de grond in korte vegetatie. Het nest is een kuiltje van 5cm diep, bekleed met een betje gras of bladeren. Onbekend of beide sexen het nest bouwen.  
Eieren: 3-4 

Nestjongfase: onbekend 2)

 

 

Het bokje is de kleinste snip en vrijwel onzichtbaar vanwege zijn schutkleur. Bokjes vertrouwen sterk op hun schutkleur en blijven dus ook rustig zitten als iemand op een paar meter afstand langsloopt (watersnippen zijn dan allang vertrokken).Het zijn solitaire vogels, je ziet er zelden meer dan 2-5 bij elkaar. 

 
1) Gemiddelde broedduur: Ligduur in dagen, gerekend vanaf legdatum tot uitkomstdatum, van het eerstgelegde ei.
2) Nestjongfase van het eerstgeboren jong van Nederlandse roofvogelsoorten in dagen.