Blauwborst (Luscinia svecica))

Engelse naam: bluethroat
 
Duitse naam: Blaukehlchen
 
Franse naam: Gorgebleue
 

Grootte: 14cm, zo groot als een mus

Spanwijdte: .. cm

Biotoop: 
 
Voorkomen: aan de rand van meren en moerassen tussen wilgen en elzen; ook wel tegen droge hellingen met verspreid struikgewas en in bouwland met enig struikgewas.
Voedsel:
 
Nest: bij water op drassige bodem; het wordt gemaakt van stengels, halmen, mos, haar en dons (waarschijnlijk door het wijfje)
 
 
Eieren:4-6 bebroed door beide ouders.       
 
Broedperiode: mei-juni    1)
Broedduur: 2 weken   1)

Nestjongfase:   2)

 

 

Moerassige streken. Broedt langs sloten of vennen met dicht riet en struikgewas. Te zien vanaf maart-april tot augustus-september. trekt naar afrika. Zeer zelden overwinterend. Niet bedreigd. 2000 broedgevallen in Nederland en 600 in Belgie. Scandinavische vorm heeft een roodbruine vlek in het midden van de blauwe bef; de midden en zuideuropese vorm een witte vlek.