Boompieper ()

Engelse naam: tree pipit
 
Duitse naam: baumpieper
 
Franse naam: pipit des arbres
 

Grootte:

Spanwijdte: 

Biotoop: ruig begroeide terreinen met verspreid geboomte, heidevelden, spoordijken, bosranden, open plekken. 
 
Voorkomen: broedt in heel europa, in Nederland algemeen broedvogel, trekvogel en doortrekker.
Voedsel:
 
 
Broedduur: 2 weken   1)
Broedperiode:  mei-juli
Nest: op de grond, meestal verborgen onder een grote pol, soms in een oever, met een smalle toegang. Het is gemaakt van gras en mos, bekleed met zachte plantendelen en haar.
 
Eieren: 4-6 het wijfje broedt.

Nestjongfase: 2 weken 2)

 

 

 

 
1) Gemiddelde broedduur: Ligduur in dagen, gerekend vanaf legdatum tot uitkomstdatum, van het eerstgelegde ei.
2)