Amerikaanse oeverloper (actitis macularia)

Engelse naam: Spotted sandpiper
 
Duitse naam: Amerikanischer uferlaufer
 
Franse naam: Chevalier grivele
 

Grootte: 19 cm

Spanwijdte: 37-40 cm

Biotoop: stromen, meren, poelen. meestal alleen, soms in groepjes
 
Voorkomen: dwaalgast, zeer zeldaam. Zeer algemeen in noord amerika.

Voedsel:
 
 
Broedduur: 
Broedperiode:
 
Nest:  
 
Eieren: amerikaanse overloper

Nestjongfase: 

 

 

lijkt sprekend op de oeverloper maar heeft in de zomer grote zwarte vlekken op de borst ( geen strepen) en een gele snavel met zwarte punt. Lijkt sprekend op de oeverloper maar heeft in de zomer grote zwarte vlekken op de borst ( geen strepen) en een gele snavel met zwarte punt.

  • Het wijfje arriveert het eerst in het broedgebied, zij kiest een territorium en verdedigt dat. Bij andere trekvogels is dat juist het mannetje..
  • het mannetje verzorgt de jongen; het wijfje legt eieren voor verschillende mannetjes (maximaal 4) tegelijk.
  • Het vrouwtje bewaart het sperma wel een maand; de eieren die ze voor het ene mannetje legt zouden dus best van het andere mannetje kunnen zijn.
  • The function of the teetering motion typical of this species has not been determined. Chicks teeter nearly as soon as they hatch from the egg. The teetering gets faster when the bird is nervous, but stops when the bird is alarmed, aggressive, or courting.

vrouwtje

mannetje

 
1) Gemiddelde broedduur: Ligduur in dagen, gerekend vanaf legdatum tot uitkomstdatum, van het eerstgelegde ei.
2) Nestjongfase van het eerstgeboren jong van Nederlandse roofvogelsoorten in dagen.